Nieuws over MedischVitaal

Als je zoveel tijd besteedt aan je werk, moet dat wel de moeite waard zijn

De wetenschap trok Sabine Fuchs (1974) al op de middelbare school. Ze wilde betere medische behandelingen ontwikkelen, een ambitie die werd ingegeven doordat een vriendin overleed aan kanker. Maar ze lootte twee keer voor geneeskunde uit en ging farmacie studeren. ‘Toen ik in een apotheek stage liep, wist ik dat dit het niet voor mij was en ben ik alsnog geneeskunde gaan studeren.’

Ze specialiseerde zich vervolgens tot kinderarts in metabole ziekten, promoveerde en zette een onderzoekslijn op in het Hubrecht Instituut in Utrecht. Fuchs werkt als medisch specialist in UMC Utrecht, en geeft als wetenschapper in het Hubrechtlab, om de hoek van het ziekenhuis, leiding aan een team dat toponderzoek doet naar stofwisselingsziekten.

©Ditta van Gent Fotografie

Hoe gaat dat, die combinatie?
‘Daar worstel ik soms wel mee. Beide banen overlappen elkaar, waarbij patiëntenzorg altijd voorgaat. Als een patiënt is ontregeld dan word ik gebeld, ongeacht of ik op dat moment met onderzoek bezig ben. De meeste patiënten met een stofwisselingsstoornis ken ik al heel lang, vaak al vanaf de hielprik, dus bij voorkeur wordt de eigen arts gebeld. Ik ben formeel benoemd tot clinical scientist, met als eis dat vijftig procent van mijn tijd er écht is voor wetenschappelijk onderzoek. Maar dit moet kostenneutraal gebeuren, dus praktisch merk ik er weinig van. Sinds ik vorig jaar de ERC Starting Grant heb gekregen, word ik hiervan 1 dag per week betaald om ongestoord onderzoek te kunnen doen. Dat is echt een verbetering. En waar ik heel trots op ben is dat mijn onderzoeksgroep super gedreven en zelfsturend is; anders zou het niet werken.’

Vrouwentalent-programma

Hoe is de verhouding man-vrouw in jouw ziekenhuis en op het lab?
‘Ik dacht altijd: in onze maatschappij hebben mannen en vrouwen gelijke kansen. Maar ik ben daar toch iets anders tegen aan gaan kijken. Bij ons in het ziekenhuis heb ik deel mogen uitmaken van het Leading Ladies programma om vrouwen na hun promotieonderzoek binnen de kindergeneeskunde ook voor de wetenschap aan boord te houden. Ze haken dan vaak af, en om ervoor te zorgen dat ze wel doorgaan in onderzoek werden ze beter ondersteund. Helaas heeft dit programma maar 1x gedraaid voor 5 geselecteerde vrouwelijke klinische onderzoekers.’

‘Daarna heb ik nog een vrouwentalent-programma gevolgd (het UMCU Steyn Parvé programma). Je moest van tevoren een test doen met allerlei vragen over genderkwesties op het werk. Ik bleek een behoorlijke bias te hebben waarvan ik me niet eerder bewust was. Ik associeerde bijvoorbeeld sneller een man dan een vrouw met een leidinggevende functie. Als ik om me heen kijk zie ik inderdaad nog altijd meer mannen als afdelingshoofd en hoogleraar, terwijl er duidelijk meer vrouwen werken binnen de kindergeneeskunde. Op mijn eigen afdeling zijn drie stafleden, twee mannen en ik, en de fellow is vrouw. Dat is dus keurig in balans. Maar ons afdelingshoofd is een man. Het is ook een kwestie van de kans pákken en mannen doen dat misschien eerder. Ik vind het heel belangrijk dat ik met plezier naar mijn werk ga – dat is denk ik meer bij vrouwen het geval, voor mannen is status net iets belangrijker.’

Klassieke beeld

Hoe is werk en privé bij jou geregeld?
‘Ik heb drie kinderen. Mijn man wilde altijd al parttime gaan werken – hij werkt echt om te leven en niet omgekeerd. En ik vond altijd: als je zoveel tijd besteedt aan je werk, dan moet dat wel de moeite waard zijn. Als arts-assistent was het eigenlijk veel zwaarder, toen de kinderen nog klein waren. In die periode is het lastiger om je volledig over te geven aan werk, en kindergeneeskunde is een veeleisend, precies vak en de combinatie met onderzoek ingewikkeld. Nu de kinderen op de middelbare school zitten, is het meer een gezellige drukte die zichzelf wel regelt. Mijn man en ik hebben altijd samen de woensdag vrij gehad voor de kinderen – we vonden het leuker om het samen te doen. Sinds de ERC grant werk ik ook de woensdag weer. En ook mijn man besteedt inmiddels meer tijd aan zijn werk; hij was apotheker, en werkt nu in het bedrijfsleven en doet daarnaast een MBA. Bij ons is het klassieke beeld omgekeerd; hij houdt mij in balans, en is degene die zegt “zullen we iets leuks gaan doen”. Deze vakantie hebben we het er nog met de kinderen over gehad: of ik niet te veel werk? Zij vinden van niet. Ik ben er altijd bij de grote momenten en de vakanties zijn heilig. Maar dan check ik wél een paar keer mijn mail.’

©Ditta van Gent Fotografie

Fanatiek

Waardoor word je in je werk gedreven?
‘We doen onderzoek naar ziekten waar iets misgaat in de stofwisseling van de cel. Dit zijn genetische ziekten, waarbij er vaak maar één lettertje in het DNA verkeerd is geschreven. Het is een patiëntengroep die heel slecht behandelbaar is. Dat is een van de redenen dat ik zo fanatiek ben. Ik wil proberen deze patiënten te genezen door het foutje in de genen te corrigeren.’

Fuchs legt enthousiast uit wat ze in het lab doen. ‘Met de CRISPR-cas techniek – een soort schaartje – kun je het DNA openknippen en het foutje eruit halen. Een fantastische techniek, maar nog te grof om echt gericht te corrigeren in de patiënt. Wij werken met een nieuwe variant van deze techniek die is ontwikkeld aan Harvard: prime editing. Hierbij is de knipfunctie van de schaar wat verzwakt zodat je preciezer kunt repareren. Deze techniek vertalen we naar onze patiënten, waardoor we hen straks voor het eerst kunnen genezen en niet alleen de symptomen bestrijden. Het is geweldig om hiermee te werken, en ik ben ervan overtuigd dat deze techniek de toekomst is!’

©Ditta van Gent Fotografie

Sabine Fuchs
Kinderarts metabole ziekten UMC Utrecht