Nieuwe vragenlijst om risico op burn-out te meten

De diagnose burn-out is voor artsen niet eenvoudig om vast te stellen. Vaak komen mensen naar de huisarts of bedrijfsarts met lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn of slaapproblemen die symptomen kunnen zijn van een burn-out. Ook voor hulpverleners en begeleiders is het moeilijk om te weten hoeveel risico iemand loopt op burn-out en hoe het genezingsproces vordert. Met de nieuwe vragenlijst wordt het mogelijk om het probleem van burn-out op een betrouwbare manier te meten.

Cynisch, ruzie maken

“De wetenschappelijke basis van burn-out-onderzoek is de Maslach Burnout Inventory (MBI), maar die methode is al 30 jaar oud en dus niet meer hanteerbaar”, zegt professor arbeidspsychologie Wilmar Schaufeli (KU Leuven). Daarom heeft de onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie- en Personeelspyschologie van de KU Leuven een nieuwe vragenlijst ontwikkeld, de Burnout Assessment Tool. Aan de hand van 23 vragen zou het voor hulpverleners in één oogopslag duidelijk worden of iemand een burn-out heeft of er een risico op loopt. De meting levert een eindscore op die binnen drie zones valt: groen, oranje en rood.

“De grote troef is dat er duidelijke grenswaarden zijn bepaald: als de score in de oranje zone zit, dan is er een reëel risico op burn-out. Wie in de rode zone zit, is meer dan waarschijnlijk opgebrand”, zegt doctoraatsstudent Steffie Desart (KU Leuven). Door het risico te meten, kunnen ook burn-outs worden vermeden. “De meeste mensen wachten te lang met hulp zoeken. Maar het moment dat je moeite krijgt om je te concentreren, dat je cynisch wordt, dat je misschien meer ruziemaakt thuis – dat zijn signalen om aan de alarmbel te trekken.”

Laagopgeleid personeel

De onderzoekers van de KU Leuven hebben hun vragenlijst getest bij 1500 werkende Vlamingen. Daaruit blijkt dat 9,5 procent risico loopt op burn-out en 7,6 procent meer dan waarschijnlijk een burn-out heeft. In totaal gaat het over ruim één op de zes. Uit de resultaten blijkt ook dat het risico het grootst is bij werknemers tussen 18 en 34 jaar en bij mensen met een lager opleidingsniveau; vooral administratief personeel en laaggeschoolde werknemers zouden volgens het onderzoek vatbaar zijn voor burn-out.

“Dat komt hoogstwaarschijnlijk doordat hun autonomie op het werk heel beperkt is en dat de werkdruk toegenomen is”, zegt professor arbeidspsychologie Hans De Witte (KU Leuven). “De kern van het probleem ligt bij het werk zelf. Mensen lopen kans op een burn-out wanneer de eisen op het werk te hoog liggen én er te weinig hulpbronnen zijn om met die belasting om te gaan.”

De onderzoekers willen de vragenlijst ook internationaal op de kaart zetten. Het onderzoek is al opgestart in Nederland, en ook in andere landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en Rusland, lopen projecten om de meting wetenschappelijk te valideren. Door de vragenlijst in verschillende landen te testen, moet het instrument nog accurater worden. De vragenlijst is raadpleegbaar via Burnout Assessment Tool.

Bron: vrt.be